Hoe kan ik de verliezen van mijn vennootschap ten laste nemen?

Als bedrijfsleider kan u de verliezen van uw vennootschap ten laste nemen. Meer zelfs, zo’n tenlasteneming vormt voor u een aftrekbare beroepskost (artikel 53, 15° WIB92). Let wel: het gaat om een uitzonderingsregime, waar dan ook verschillende voorwaarden aan verbonden zijn. De voorwaarden die u moet naleven om van dit regime te kunnen genieten, zullen we hieronder kort toelichten.

Welke bedrijfsleiders?

Het Belgische wetboek van de inkomstenbelastingen kent twee categorieën van bedrijfsleiders. De eerste categorie omvat de personen die een opdracht hebben als bestuurder, zaakvoerder,vereffenaar en dergelijke. De tweede categorie bedrijfsleiders zijn de personen die een leidinggevende functie hebben van commerciële, financiële of technische aard.

U komt voor de regeling in aanmerking ongeacht tot welke categorie u behoort.

Een werkelijke, onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een som

De vennootschap moet na de verrichting effectief over liquide middelen kunnen beschikken om aan haar verplichtingen te voldoen. U moet dus als bedrijfsleider werkelijk een storting of overschrijving doen.

Het volstaat niet:

een puur boekhoudkundige verrichting te doen;

de verliezen te boeken op de debetzijde van uw rekening-courant;

een dubieuze vordering op een derde van uw vennootschap over te nemen;

een actiefbestanddeel dat aan u persoonlijk toebehoort tegen een voordelige prijs aan uw vennootschap te verkopen;

het maatschappelijk kapitaal van uw vennootschap te verminderen.

Uw betaling moet bovendien onherroepelijk en onvoorwaardelijk zijn. 

De betaling van een voorschot aan uw vennootschap en de afstand van terugbetaling van dit voorschot voldoen op zich niet, behalve wanneer:

u aantoont dat er een duidelijk verband bestaat tussen de betaling van de geldsom en het later tot uiting gekomen vennootschapsverlies;

u uitdrukkelijk van de terugbetaling afstand doet;

uw vennootschap het bedrag van het voorschot effectief gebruikt voor de vermindering van haar verliezen.  

Doel van de verrichting =  het behouden van beroepsinkomsten

De tenlasteneming moet gebeuren met het oog op het behoud van beroepsinkomsten die u als bedrijfsleider periodiek uit de vennootschap haalt.  'Behouden' betekent dat u al eerder beroepsinkomsten uit uw vennootschap moet gehaald hebben. En zoals het begrip 'periodiek' aangeeft, moet dit op min of meer regelmatige wijze gebeuren.

Wat als er een wanverhouding bestaat tussen de ontvangen beroepsinkomsten en de ten laste genomen verliezen ? Dit wil zeggen: als u veel verliezen ten laste neemt, maar slechts een klein inkomen uit de vennootschap haalt. In principe is het bestaan van een 'wanverhouding' geen grond om de aftrek te weigeren. De rechtspraak hanteert het wel als criterium om de ware reden van het ten laste nemen te achterhalen. Heeft u effectief de bedoeling gehad om de vennootschap toe te staan haar verplichtingen na te komen en om beroepsinkomsten in de toekomst te behouden of wilde u hiermee enkel uw belastbaar inkomen in de personenbelasting verminderen? 

Wat als de administratie de aftrek weigert?

Wanneer de administratie weigert u de aftrek van de verliezen toe te staan, mag u wel een tegenbewijs leveren. U moet dan aantonen dat u wel degelijk uit de vennootschap beroepsinkomsten zal verkrijgen, die de nu ten laste genomen verliezen overtreffen. Daarvoor kan u ondermeer verwijzen naar de structuur van de vennootschap, het financieel plan en de kosten en inkomsten van de onderneming op korte, middellange en lange termijn.

De vennootschap gebruikt de gelden om haar verliezen aan te zuiveren

Tenslotte moet ook uw vennootschap één belangrijke voorwaarde respecteren: de ontvangen gelden moeten effectief gebruikt worden om de verliezen aan te zuiveren.