CBN over de bepaling van de kapitaalwaarden van inschrijvingsrechten

Bij een kapitaalverhoging kan een vennootschap inschrijvingsrechten uitoefenen. Het advies 2016/1 van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen verduidelijkt de boekhoudkundige verwerking van deze inschrijvingsrechten.

Samenstelling inschrijvingsrecht

Het inschrijvingsrecht is het recht -al dan niet belichaamd door een effect- om in te schrijven op nieuwe aandelen van een vennootschap onder de vastgelegde uitgiftevoorwaarden. Het bezit van een bepaald aantal aandelen geeft dan het recht om in te schrijven op een bepaald aantal nieuwe aandelen.

Wanneer nieuwe aandelen worden uitgegeven die zijn voorbehouden aan de oude aandeelhouders, bevat de inschrijving de eigenlijke inschrijvingsprijs (die aan de uitgevende vennootschap moet worden betaald) en het afgescheiden inschrijvingsrecht van de oude aandelen (dat de inschrijver zelf bezit of van andere houders van oude aandelen heeft gekocht).

Verwerving inschrijvingsrecht

Bij verwerving van rechten om op nieuwe aandelen in te schrijven, maakt de aankoopprijs van deze rechten, evenzeer als de inschrijvingsprijs, dus integraal deel uit van de aanschaffingsprijs van de aandelen waarop is ingeschreven.
De aankoopprijs van deze rechten mag dus niet worden gelijkgesteld met bijkomende kosten en mag als dusdanig niet worden ten laste genomen via de resultatenrekening van het boekjaar waarin de aankoop gebeurde.

Afzondering inschrijvingsrecht

Het aan bestaande aandelen verbonden voorkeurrecht maakt integraal deel uit van de bestaande aandelen en is geen opbrengst van de aandelen maar kapitaal. Die interpretatie betekent voor de verwerking in de jaarrekening dat:

* De afzondering van het recht, met het oog op de uitoefening of de verkoop ervan, wordt ten belope van de waardeoverdracht van het oude effect op het inschrijvingsrecht uitgedrukt: door een aanpassing van de boekwaarde van het oude effect; en door de toekenning van een boekwaarde ten belope van hetzelfde bedrag aan het inschrijvingsrecht.

* Bij uitoefening van het recht maakt de kapitaalwaarde die van het oude aandeel op het inschrijvingsrecht is overgedragen (de boekwaarde van het inschrijvingsrecht), zoals de inschrijvingsprijs zelf, integraal deel uit van de aanschaffingswaarde van de nieuwe aandelen.

* Bij verkoop van het recht vertegenwoordigt de realisatie een kapitaalwaarde; deze geeft doorgaans aanleiding -ten opzichte van de boekwaarde van het recht- tot een gerealiseerde meer- of minderwaarde die in de resultatenrekening moet worden geboekt.

Formules voor bepaling kapitaalwaarde van inschrijvingsrechten

Het komt er dus op aan de kapitaalwaarde te bepalen die bij de afzondering van het recht van de oude effecten wordt verondersteld overgedragen te zijn van het oude effect op het inschrijvingsrecht en die de boekwaarde van het recht uitmaakt.

Bij verkoop van een inschrijvingsrecht beveelt de CBN de volgende formule aan (zie ook CBN-advies 139/1):

Boekwaarde van het oude effect x [verkoopprijs van het recht / (beurskoers van het effect ex-recht + verkoopprijs van het recht)]

Als beurskoers van het effect ex-recht wordt de koers genomen van de dag waarop het recht wordt afgestaan, of de eerste effectieve koers van het effect ex-recht, of een gemiddelde koers wanneer de rechten op verschillende tijdstippen werden verkocht.

Bij uitoefening van het inschrijvingsrecht door de houder van de oude aandelen is er geen probleem als de nieuwe effecten dezelfde rechten verlenen als de oude effecten en de onderneming de methode van de gewogen gemiddelde prijs toepast. In dat geval wordt de totale aanschaffingsprijs van de oude en de nieuwe effecten immers op gelijke wijze gespreid over alle oude en nieuwe effecten.
In andere gevallen stelt de CBN voor om in de formule de term “verkoopprijs van het recht” te vervangen door de term “waarde van het recht” (omdat er geen effectieve verkoop van het recht is en dus ook geen verkoopprijs):

Boekwaarde van het oude effect x [waarde van het recht / (beurskoers van het effect ex-recht + waarde van het recht)]

Bij verkoop van een recht is het verschil tussen de verkoopprijs en het bedrag dat het op het inschrijvingsrecht overgedragen gedeelte van de boekwaarde van het oude effect vertegenwoordigt een resultaat dat in de resultatenrekening wordt geboekt als een gerealiseerde meer- of minderwaarde.

Bij uitoefening van een recht ontstaat er geen resultaat dat als zodanig mag worden geboekt. Bij de verwerving van een financieel vast actief in vreemde valuta is het voor de CBN evident om de afzondering van de waarde van het inschrijvingsrecht in vreemde valuta te waarderen tegen de historische omrekeningskoers (conform CBN-advies 152-1).

Niet-genoteerde ondernemingen

Wanneer het aandeel waarmee het inschrijvingsrecht verbonden is of het inschrijvingsrecht zelf niet is genoteerd of niet geregeld op een markt wordt verhandeld (bv. bij besloten vennootschappen), dan moet voor de bepaling van de waarde in kapitaal die van het oude effect wordt overgedragen op het inschrijvingsrecht de onderneming hiervoor op beredeneerde wijze een andere waardering toepassen.

De CBN sluit haar advies af met een voorbeeld (zie http://www.cnc-cbn.be).